De casus van …. Veilig Thuis  – Samen op in Acuut

Om 15u30 gaat de telefoon. Het is de politie met een Samen op in acuut (SOIA) zaak. Crisissen blijven via onze frontoffice binnenkomen en wij blijven rennen.

In de auto crisis inschatten, afspraken maken en weer terug. Rennen naar binnen, wat is het volgende, wie pakt de volgende, intern plan van aanpak en weer door. Geen enkele keer de discussie met elkaar, schouder aan schouder doorgaan, samen pakken we de verantwoordelijkheid. Geen enkele keer komt de gedachte op om de lijn van Samen op in Acuut (SoiA) uit te schakelen. Hoe dan ook, die pakken we erbij. En maar goed ook.  

Eind middag komt de politie bij ons op de lijn. Mevrouw heeft 112 gebeld, omdat haar man dronken is en er sprake was van huiselijk geweld. Door de drukte vragen we even tijd. Eerst intern afstemmen, schakelen en beslissen wie opnieuw de auto in springt. Knoop doorgehakt en we zijn weg. We voelen de druk, want we hebben politie laten wachten, maar vooral ook deze vrouw in een stressvolle omgeving laten wachten zonder duidelijkheid. In de woning waren vijf agenten aanwezig, waarvan enkele in opleiding.  

Bij aankomst krijgen we van de politie een korte briefing van de stand van zaken. We stellen ons voor aan de betrokken man die in de keuken staat en gaan dan de woonkamer binnen. Onmiddellijk krijgen we het gevoel: oké, dit is ernstig. We komen terecht in de rauwe emoties van het gezin. We stellen ons voor aan mevrouw en hun drie kinderen. Mevrouw heeft pijn aan haar wang, maar geen zichtbaar letsel. We zien verslagenheid, vermoeidheid, maar vooral veel verdriet. De oudste minderjarige was bij de ruzie: opnieuw, zegt ze, en opnieuw kon ze hem niet tegenhouden. Boosheid en verdriet zijn de tonen in haar stem. Mevrouw wil dit niet meer, ze zegt dat ze zelf de politie heeft gebeld en dat het de eerste keer is dat ze haar verhaal deelt met iemand. Niemand van haar familie is op de hoogte, niemand van de weinige vrienden die ze nog heeft.  

Sinds 1997 heeft ze een relatie met haar man en binnen een jaar woonden ze samen. Toen een eerste keer ruzie waarbij hij haar aan de haren trok. Ze zegt dat ze toen van hem weg had moeten gaan, maar ze bleef. De frequentie van ruzies liep op, de ernst van het geweld nam toe en dan vertelt ze over de isolatie, dat de kinderen nooit iemand mee naar huis konden nemen om te spelen of nu om gewoon af te spreken, het constant gebeld worden en de gaslighting die hij op haar toepaste. Kleine beetjes deelde ze vanuit de crisissituatie waarin ze zit, beetje bij beetje, maar steeds wat meer. We benoemen dat zij in een situatie zit die wij “intiem terreur” noemen en dat we ons ervan bewust zijn dat dit nog maar het begin is van haar verhaal. We zeggen dat het knap is dat ze de politie heeft gebeld en dat ze op deze manier ook aan de kinderen toont dat dit patroon kan worden doorbroken. Dit vraagt veel moed van haar en we beseffen allemaal dat dit geen gemakkelijke keuze is geweest. Mevrouw zegt dat ze op is, ze kan niet meer en zag geen enkele uitweg meer. Hoe vaak heeft ze niet gedacht om alle medicatie in de woning in te nemen en er een eind aan te maken? Maar toen dacht ze aan de kinderen. Ze wil hen niet alleen bij hun vader achterlaten.  

We zijn met twee vanuit VT, dus we verdelen de taken. Iemand gaat bellen voor een veilige plaats, de ander gaat verder in gesprek om de vervolgstappen duidelijk te krijgen. Snel is duidelijk dat een huisverbod niet wenselijk is voor hun veiligheid. We gaan de verantwoordelijkheid om deze man buiten te houden niet bij hen leggen en we willen hen niet opnieuw confronteren met geweld. Wat gaat hij doen wanneer hij een huisverbod krijgt? De deur intrappen, is hun reactie. Dit heeft hij eerder gedaan met de binnendeur, we zien de deuk nog zitten. Aan de andere kant van deze deur zijn krassen te zien, heel veel krassen. Dan de vraag, wat gaat hij doen wanneer hij alleen in de woning blijft? Dat antwoord is niet veel beter. Hij gaat de boel slopen, is hun verwachting. Oké, er is plaats in de opvang, ze moeten wel even met z’n allen op een kamer. Eén van de kinderen zegt dat het niet erg is om op een matras op de grond te slapen. Ze vinden het niet erg om hun telefoon in te leveren en ook dat ze niet buiten mogen of geen contact met de buitenwereld hebben in het begin van hun verblijf nemen ze voor lief. Ze willen vooral samen blijven en weg uit de woning. We maken hen ook duidelijk dat het een crisisopvang is, geen gezelligheid, maar vooral veiligheid. Andere vrouwen met kinderen, die ook snel weer kunnen wisselen.  

Wat met de hondjes, vraagt plots iemand. Ook die laten we niet achter, want deze man kan er niet voor zorgen. We mailen voor opvang, niet bereikbaar in het weekend. Wat nu? En al die tijd denken we, ze moeten weg. Deze man is onvoorspelbaar en kwam alweer op het raam kloppen en riep naar hen. Ik zie opnieuw de angst in hun ogen. Mevrouw begint te twijfelen, doet ze er wel goed aan? Niemand weet het, wat gaan ze wel niet denken? Het is einde schooljaar, is dit wel goed voor de kinderen? Opnieuw tranen, maar de oudste is duidelijk. Ja mama, we gaan weg, het is genoeg. De politie is nog aanwezig, een agent blijft in gesprek met deze man in de tuin, en dan krijgen ze de opdracht van ons om spullen te pakken. Hoeveel spullen? Welke spullen? Mag de laptop mee, de opladers, mijn diamondpainting? En komen we ooit nog terug naar hier? We zeggen dat ze voor minimaal een week aan spullen moeten pakken, alles van waarde mee moeten nemen, belangrijke documenten en medicatie. Wanneer ze klaar zijn vraag ik hen: oké, hij kan alles in de woning gaan slopen, geven jullie aan, wat is voor jullie belangrijk waar hij niet aan mag komen? Neem het mee. De hondjes komen ook mee naar beneden.  

Wanneer alles klaar staat, worden de spullen in de politiebus geladen. Mevrouw belt een vriendin met de vraag of zij een tijdje op de hondjes wil letten. Dit willen ze doen en we spreken af op het kantoor van Veilig Thuis. Voor nu is het belangrijk dat ze vertrekken. Het is tijd, een agent zegt ook dat er nu wat tempo in moet komen. Meneer had aan de agent gevraagd of hij zijn verontschuldigingen nog mocht aanbieden. De kinderen waren duidelijk: nee, we willen niks meer van hem horen. Zij stappen de auto in en rijden weg. Wij gaan in gesprek met deze man om hem te vertellen dat zijn vrouw en kinderen veilig worden geplaatst. Met de agenten hebben we de afspraak dat zij, voor onze veiligheid, voor ons staan. Meneer blijft rustig en stelt praktische vragen over dingen die zijn vrouw voor hem regelde. Hij lijkt de situatie nog niet goed te beseffen, we ruiken de enorme alcoholwalm in zijn adem. Op verzoek van ons werd door agenten aan de buren gevraagd 112 te bellen wanneer ze veel lawaai zouden horen of zich zorgen zouden maken om meneer. We stappen met z’n allen de woning uit.  

Ik benoem naar de agenten dat dit een voorbeeldcasus is voor Samen op in Acuut en bedank hen om te bellen. Ik zeg ook dat mevrouw zich mogelijk had bedacht wanneer hier enkel een zorgmelding was opgemaakt. Dan had ze tijd om zich te bedenken of had hij haar onder druk kunnen zetten, wat ook was gebeurd bij een eerdere VT-melding, vertelde ze. In de samenwerking hebben we voor dit gezin een verandering kunnen brengen, ongeacht de beslissingen die nog worden genomen in de toekomst. Bij mevrouw en de kinderen werd in ieder geval het zaadje geplant dat er andere uitwegen zijn. Niet vergeten dat zij sinds 1997 in deze situatie zit en er nooit over heeft gepraat. De agent die eerder zei dat er tempo moest worden gemaakt, zei buiten dat het allemaal lang duurde, maar dit echt de beste oplossing was. Dit kon hij vooral zien aan de reacties toen de kinderen geen contact meer met hun vader wilden hebben.  

Aangekomen op kantoor komen ook de vrienden die op de hondjes zouden passen. De vriendin zegt: “Ik had een vermoeden, maar nooit zo erg.” “Hij was sowieso al niet mijn vriend.” De man is duidelijk: “Wat de situatie ook is, voor mij is het duidelijk, zij gaan met ons mee. Wij gaan hen opvangen en doen wat nodig is. De tijd en ruimte is er en anders zorgen we dat die er is. Zij gaan mee met ons naar huis.” Plots heeft mevrouw opnieuw betrokken netwerk en draagt ze de situatie niet langer alleen.  

Wat ben ik blij dat we de SoiA-lijn niet hebben uitgeschakeld. En wat ben ik blij dat ik, na zo’n hectische dag, met deze zaak mocht afsluiten.