Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming

We interviewen Tom Pietermans, directeur van Veilig Thuis Midden-Brabant, over het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming. Tom is lid van de stuurgroep voor de proeftuin in de regio Hart van Brabant en tevens vanuit het Landelijk Netwerk Veilig Thuis nauw betrokken bij ontwikkelingen rondom het landelijke Toekomstscenario.

Tom Pietermans: “Vanuit een sterk lokaal wijkteam en een goede netwerksamenwerking kunnen gezinnen met een (complexe) hulpvraag eerder, sneller en beter geholpen worden .” 

In sommige gezinnen of huishoudens is er veel aan de hand. Soms zo veel, dat dit tot onveiligheid of ontwikkelingsbedreiging in de thuissituatie leidt of kan leiden. Hulp en ondersteuning is dan nodig om de problemen aan te pakken. Is de thuissituatie heel onveilig voor gezinsleden en/of lukt het niet om met hulp de onveiligheid te verminderen en kinderen onbedreigd te laten opgroeien? Dan kan bescherming vanuit de overheid nodig zijn. De manier waarop we de hulp en bescherming van kinderen en volwassenen in (mogelijk) onveilige thuissituaties, kortweg kind- en gezinsbescherming (0-100), nu hebben geregeld, knelt. Diverse onderzoeken bevestigen dat. In 2021 is in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de ministeries van Justitie en Veiligheid (JenV) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming opgesteld. Er zijn nu veel organisaties die werken met een gezin die onvoldoende op elkaar aansluiten en aparte schakels vormen. Achterliggende problematiek binnen het gezin krijgt in het huidige stelsel nog te weinig aandacht. In het Toekomstscenario is op hoofdlijnen geschetst hoe de kind- en gezinsbescherming er over een aantal jaren uit zou kunnen zien. Het is de bedoeling dat om kinderen en volwassenen (0 – 100), gezinnen en huishoudens heen het lokaal (wijk)team staat dat hulp verleent. Er is voor een gezin of huishouden één vast gezicht binnen het lokaal (wijk)team dat indien nodig samen optrekt met een professional met expertise en bevoegdheden op het gebied van veiligheid in de thuissituatie. Afgelopen twee jaar zijn diverse landelijke proeftuinen in de regio’s van start gegaan. Ook in de regio Hart van Brabant loopt een proeftuin waarbij samengewerkt wordt in een multi-expertteam/zorgteam. 

We interviewen Tom Pietermans, directeur van Veilig Thuis Midden-Brabant, over het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming. Tom is lid van de stuurgroep voor de proeftuin in de regio Hart van Brabant en tevens vanuit het Landelijk Netwerk Veilig Thuis nauw betrokken bij ontwikkelingen rondom het landelijke Toekomstscenario.

Op de vraag aan Tom hoe de kind- en gezinsbescherming er volgens hem idealiter uitziet in pak ‘m beet 2026, uitgaande van het Toekomstscenario, is Tom duidelijk: “Het fundament voor een succesvolle uitvoering van kind- en gezinsbescherming is voor mij opgebouwd uit vier hoofdelementen:
1. Het beschikken over sterke lokale wijkteams
2. Met gezinnen praten i.p.v. over hen
3. Tijdig uitvoeren van een gedegen systeemanalyse
4. De Visie gefaseerd samenwerken aan veiligheid is doorlopend leidend.
Vanuit een sterk lokaal wijkteam en een goede netwerksamenwerking kunnen gezinnen met een (complexe) hulpvraag eerder, sneller en beter geholpen worden. Afhankelijk van het vraagstuk kunnen vanuit maatwerk verschillende expertises toegevoegd worden aan het lokale team. In de netwerksamenwerking zijn partners vanuit het zorg- en strafdomein betrokken. We doen wat nodig is, zo lang het nodig is en durven buiten kaders te denken en te werken. We houden zoveel mogelijk gezinnen uit het gedwongen kader en betrekken het eigen sociale netwerk in de ondersteuning van de gezinnen. Dat betekent dat automatisch altijd zowel de WAT-vraag wordt gesteld als de WIE-vraag. We stellen de gezinnen centraal en praten met hen i.p.v. over hen; zij weten best heel goed wat ze nodig hebben en waarmee ze geholpen kunnen worden en door wie ze daarbij ondersteund willen worden. Ook hoop ik van harte dat we met elkaar in staat zijn om de bureaucratie en de registratiedrift in te perken.”

Proeftuin regio Hart van Brabant
Er lopen verschillende proeftuinen in het land, waaronder in de regio Hart van Brabant (vooralsnog in de gemeenten Tilburg en Waalwijk). Tom: “Bedoeling is met de proeftuin hier zowel te verdiepen als te verbreden naar de andere gemeenten in de regio. In deze proeftuin wordt gewerkt met een multi-expertteam. Vanuit het lokale team houdt één persoon de coördinatie/regie op de casus. Op maat wordt vanuit het multi-expertteam aanvullende en specifieke expertise ingezet. Er wordt gewerkt voor de doelgroep 0-100. De focus ligt dus niet alleen op kinderen, maar ook op volwassenen en ouderen. De Visie Gefaseerd Samenwerken aan Veiligheid is hierbij leidend; het moet eerst veilig zijn voor alle gezinsleden, daarna volgt risico- en herstel gestuurde zorg. In de proeftuin wordt systemisch gewerkt en gedaan wat nodig is. Er wordt, zo nodig, een gedegen analyse (verklarende analyse) gemaakt en het gezin wordt vanaf het eerste moment betrokken. Er wordt met de gezinsleden gepraat en niet over hen. O.a. de lokale wijkteams, de GI, Veilig Thuis en reguliere zorgorganisaties kunnen cases aanmelden voor de proeftuin. Veilig Thuis Midden-Brabant levert een casemanager en een gedragswetenschapper. Zij zijn verbonden aan het kernteam en denken vanuit expertise op veiligheid mee in de casussen. Ze doen wat nodig is en beproeven gezamenlijk wat wel en niet goed werkt. Ik ben erg trots op het uitvoerend team van de proeftuin en zeker ook op de medewerkster van Veilig Thuis Midden-Brabant die in de nieuwe werkomgeving laat zien wat nieuw vakmanschap vraagt.”

Niet top down maar bottom up
Als sterke kant van de proeftuin in deze regio noemt Tom het systemisch werken met uitvoerende medewerkers die out of the box denken en willen werken. Tom: “Zij maken een goede analyse aan de voorkant met het gezin. Er is geen top down benadering maar bottom up, d.w.z. de projectorganisatie faciliteert wat de uitvoering nodig heeft; denken vanuit kansen i.p.v. belemmeringen. De insteek is matched care; vanuit een goede systeemanalyse direct de meest passende hulp bieden. Nu wordt nog vaak gewerkt vanuit een stepped care gedachte; op de ondersteuning en zorg wordt aanvankelijk zo licht mogelijk ingestoken en pas intensief als dat nodig blijkt. Gevolg is echter dat veel gezinnen met complexe problematiek van de ene naar de andere hulpverleningsinstantie worden gestuurd, om pas na verloop van tijd de hulp te krijgen die ze nodig hebben en ze echt kan helpen.”

Veilig Thuis als belangrijke gesprekspartner
Het Landelijk Netwerk Veilig Thuis is een belangrijke gesprekspartner voor het Programmateam Toekomstscenario. Tom vertelt: “Een delegatie van Veilig Thuis- bestuurders is actief betrokken bij de gesprekken met VWS, J&V, VNG. Ook geven zij gevraagd en ongevraagd adviezen over de inrichting van het Toekomstscenario, waarbij de rol, expertise en functionaliteiten van Veilig Thuis een plek hebben. De directeuren/bestuurders van alle Veilig Thuis- organisaties gaan elke drie weken een uur digitaal met elkaar in gesprek over dit onderwerp. We worden bijgepraat door deze delegatie en kunnen hen voorzien van input vanuit onze eigen regio.”

“Inmiddels zit de snelheid in de ontwikkeling van het Toekomstscenario er flink in. Enkele werk- en ontwikkelgroepen zijn al gestart en er volgen er meer. Hierbij valt te denken aan de volgende onderwerpen: verbinding straf-zorg, versterken lokale wijkteams, handelingskader, regionale veiligheidsteams, wetgeving en rechtsbescherming. Veilig Thuis Midden-Brabant is actief betrokken bij de landelijke werkgroep Regionale Veiligheidsteams en bij de meerjarenagenda van het Landelijk Netwerk Veilig Thuis. Deze meerjarenagenda sluit aan bij de ontwikkelingen van het Toekomstscenario.

Hoewel het goed en nodig is, baart het Tom ook zorgen dat de ontwikkelingen elkaar in een rap tempo opvolgen. Tom: “Vragen als ‘Hoe krijgt de netwerksamenwerking alle professionals goed mee in deze beweging’ houden me bezig. Want we moeten wel met zijn allen tegelijk die transitiebeweging maken. Alhoewel we de afgelopen jaren, zeker in de regio Hart van Brabant, al goede ontwikkelingen hebben doorgemaakt moet het echt nog een extra slag anders. Vraag is of we met elkaar ook het lef hebben om het echt anders te gaan doen? Dat vraagt veel van individuele professionals, van organisaties en lokale- en landelijke overheid. En blijven we in alle snelheid ook goed voor ogen houden voor wie we het doen: namelijk de inwoners van de regio Hart van Brabant !
Ook lig ik echt wakker van het feit dat er grotere maatschappelijke issues zijn waar we slechts minimaal invloed op kunnen uitoefenen maar die direct belangrijke triggers/oorzaken kunnen zijn voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Ik denk dan aan woningmarktproblematiek, armoede, maatschappelijke onrust, toename van complexe scheidingen en de wachtlijsten in de gehele keten. Dit zijn direct ook allemaal redenen om het binnen de regio Hart van Brabant beter te gaan doen. Want door te doen pakken we regie op hetgeen waar we wel invloed op hebben. Deze regio is heel erg gedreven om met het onderwerp aan de slag te gaan en de verbeteringen toe te passen. Er is vertrouwen en een goede samenwerking tussen de netwerkpartners. De eerste kleine succesjes vanuit “doen wat nodig is en samen met gezinnen” zijn al voorzichtig zichtbaar in deze regio.”