Inzet Ervaringsdeskundigheid bij Veilig Thuis Midden-Brabant

We interviewen Maaike Haan (ervaringsdeskundige), Ellen van der Lee (casemanager frontoffice VTMB) en Lisanne Eggels (casemanager backoffice) over de pilot Inzet Ervaringsdeskundigheid bij Veilig Thuis Midden-Brabant.

Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
Ellen vertelt: “Maaike was als ervaringsdeskundige al langer betrokken bij Veilig Thuis Midden-Brabant. De pilot ervaringsdeskundigheid in het primaire proces is in eerste instantie gestart met FAMEUS, toen FAMEUS stopte is Maaike aangesloten om de pilot verder mee vorm te geven.” Maaike: “Klopt, ik ben gestart bij Veilig Thuis en vanuit mijn ervaringsdeskundigheid toen betrokken bij kwaliteit en beleid. Voor de pilot ben ik afgelopen drie maanden bij vier casuïstiekgroepen aangesloten.”

Kunnen jullie iets vertellen over jullie samenwerking binnen de pilot?
Ellen: “Maaike sluit op vaste momenten aan bij enkele casuïstiekgroepen van BFO en BO. Collega’s kunnen hierbij vragen inbrengen. Vanuit Maaikes rol brengt ze haar inzichten in en stelt ze vragen. Het contact met elkaar loopt goed, de vragen die Maaike stelt zijn helpend en Maaike is een prettig persoon.” Maaike vult aan: “Ik schuif elke week aan en daarmee 1x in de  drie à vier weken bij dezelfde groep. We willen er naartoe dat het contact zo laagdrempelig mogelijk wordt; dat ik door casemanagers gebeld wordt bij vragen waarbij het handig is dat ik in mijn rol als ervaringsdeskundige meedenk.”

Met welk doel werken jullie samen in deze pilot?
Lisanne licht toe: “Het is de bedoeling om de expertise en ervaring van Maaike als ervaringsdeskundige te gebruiken in de omgang met directbetrokkenen en het kan ons meer inzichten geven die helpen bij een goede afhandeling van een dossier. En we willen het betrekken van ervaringsdeskundigheid als een meer vanzelfsprekend iets inzetten in ons werk.”

Wat zijn volgens jullie de succesfactoren van de samenwerking?
Lisanne merkt op dat Maaike een prettig persoon is in de omgang, ze denkt actief mee en haar aanwezigheid in de casuïstiekgroep voelt comfortabel. Ellen: “Maaike houdt ons scherp. Ze stelt vragen die een collega wellicht ook zou kunnen stellen maar ze brengt bepaalde inzichten.” Maaike beaamt dat een collega dergelijke vragen ook zou kunnen stellen. Als buitenstaander kan echter met objectiviteit naar een Veilig Thuis casus worden gekeken. Maaike: “Het is voor mij ook een meerwaarde – en uiteindelijk eveneens voor Veilig Thuis – dat ik een beter beeld krijg van wat er gebeurt bij Veilig Thuis. Ik kom als trainer op veel scholen en merk weleens dat bij Interne begeleiders een verkeerd beeld bestaat over Veilig Thuis. Ik kan hen dan uitleg geven van wat er allemaal komt kijken bij een casus.”

Wat zijn de sterke punten van de ander?
Ellen: “Maaike is toegankelijk, laagdrempelig en het is makkelijk het gesprek met haar te voeren. Ze stelt kritische vragen.” Lisanne noemt: “Maaike kijkt in het belang van de client. Stelt vragen als ‘Wie is er voor de kinderen, hebben zij een luisterend oor?’.” Maaike: “Lisanne en Ellen zijn ervaren in hun werk en kunnen overkoepelend denken. Er is veel expertise bij hen, net als bij de collega’s.”

Welke ontwikkelkansen zijn er nog in deze samenwerking ?
Ellen: “We willen er, zoals Maaike al zei, naartoe dat Maaike tussentijds geconsulteerd wordt als casemanagers, ook degenen die nog niet deelnemen aan de pilot, ergens tegenaan lopen waarbij  het handig is dat Maaike meedenkt.” Maaike: “Na de zomervakantie wordt de pilot uitgebreid naar andere casuïstiekgroepen.”  Lisanne: “Goede ervaringen zullen helpen bij het zien van de meerwaarde door collega’s.” Ellen geeft tot slot aan dat het misschien ook kansen biedt als een ervaringsdeskundige aansluit bij een gesprek met bepaalde directbetrokkenen.