Interview met Annelize de Ruiter, adviseur Aanpak Huiselijk geweld en Kindermishandeling Ministerie van Justitie en Veiligheid

21 juni 2023
Annelize: “Veiligheid Voorop is niet iets tijdelijks maar de ontwikkeling naar een andere manier van werken, namelijk vroegtijdig en intensief samenwerken door Zorg- en Strafpartners bij de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling.”

Veiligheid Voorop
Annelize de Ruiter is als adviseur aanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid betrokken bij Veiligheid Voorop. De Ministeries van VWS, Justitie en Veiligheid en de VNG zijn opdrachtgever van Veiligheid Voorop. Deze ontwikkelagenda biedt een meerjarig perspectief op alle noodzakelijke activiteiten voor de verbetering van samenwerking tussen politie, het OM, de Reclassering, de Raad voor de Kinderbescherming en Veilig Thuis bij de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze organisaties zijn verenigd in het Netwerk Zorg en Straf, dat zich sterk maakt voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze netwerksamenwerking is er op regionaal, landelijk en bestuurlijk niveau. Veiligheid Voorop is gebaseerd op de Visie gefaseerd samenwerken aan veiligheid en is voor de partijen daarbij de leidraad: ze werken eerst samen aan de directe veiligheid (op dit onderdeel zit Veiligheid Voorop vooral) en daarna aan risico-gestuurde en vervolgens herstelgerichte zorg en doen waar nodig samen onderzoek naar de feiten. De agenda en de hierin opgenomen verbeteractiviteiten zijn tot stand gekomen op basis van inzichten en met medewerking van uitvoerende vakmensen uit de praktijk. De focus ligt op het in de praktijk doen, delen en leren, zodat het verschil kan worden gemaakt voor slachtoffers, maar ook voor plegers en andere betrokkenen, van deze ernstige vormen van geweld.

Één plus één is drie
We vragen Annelize wat volgens haar de meerwaarde is van het Programma Veiligheid Voorop en waarom de samenwerking tussen Zorg en Straf zo belangrijk is in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Annelize merkt op dat het geen tijdelijk programma is maar de ontwikkeling naar een andere manier van werken, namelijk vroegtijdig en intensief samenwerken door Zorg- en Strafpartners bij de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Annelize: “Organisaties werkten ieder, vanuit goede bedoelingen, veelal vanuit de eigen ‘koker’. Wanneer niet vroegtijdig en goed wordt samengewerkt, weten organisaties niet van elkaar wat bij de ander al bekend of gebeurd is in een casus. Of men denkt dat de andere organisatie het wel oppakt. Er werden op basis van onvolledige informatie beslissingen genomen met soms grote gevolgen. Wanneer informatie bij elkaar gebracht wordt heeft dit een grote meerwaarde. Er kunnen op deze manier betere beslissingen genomen worden. En daarmee wordt één plus één drie. Zorg en Straf kunnen elkaar echt versterken bij het terugdringen, en liever nog stoppen, van huiselijk geweld en kindermishandeling. Wanneer hulp geboden wordt aan een pleger is het bijvoorbeeld goed om Strafrecht als stok achter de deur te hebben. Aan de andere kant heeft het Strafrecht weer informatie van Veilig Thuis nodig om met een andere blik te kunnen kijken en ervoor te zorgen dat een zo goed mogelijke strafrechtelijke beslissing wordt genomen.”

Annelize sluit voor Veiligheid Voorop aan bij het Landelijk Netwerk Zorg en Straf en vandaaruit ook bij het Regionale Netwerk Zorg en Straf van het arrondissement Zeeland-West-Brabant, waar Midden-Brabant deel van uitmaakt. Annelize vertelt: “Ik sluit bij het netwerk aan om de partners te ondersteunen om hun werk te doen rondom Veiligheid Voorop. Daarnaast ben ik er voor de verbinding met het Ministerie van VWS en de VNG. Naast het landelijke netwerk en de regionale netwerken is er nog een bestuurlijk netwerk Zorg en Straf waar ik de secretaris van ben.” Annelize heeft dus een schakelrol op allerlei vlakken.

Verschillen tussen de arrondissementen
“Als het gaat om de regionale netwerken zijn er verschillen te zien in hoever de verschillende arrondissementen zijn met het uitvoeren van de verbeteractiviteiten vanuit Veiligheid Voorop”, noemt Annelize. “Op bepaalde onderwerpen zijn er landelijke kaders, de invulling in de praktijk vindt echter in de regio plaats. Het moet passen bij het werk in de regio. Landelijk kaderen gebeurt door het ‘wat’ landelijk in te vullen en de invulling van het ‘hoe’ is aan de regio’s. Het gaat er niet om dat het overal hetzelfde gebeurt, àls het maar gebeurt.” Annelize doelt daarbij op de verbeteractiviteiten uit de Ontwikkelagenda Veiligheid Voorop:

Annelize benoemt dat de partijen in het Regionaal Netwerk Zorg en Straf in arrondissement Zeeland-West-Brabant het goed doen. Annelize: “Er is een stevige en professionele basis tussen de vijf kernpartners van het netwerk en aan de verbinding met de gemeenten en het sociaal domein wordt hard gewerkt. Er wordt op een goede manier door-ontwikkeld. Men zit er al langere tijd met veelal dezelfde mensen aan tafel en nieuwe mensen worden altijd erg goed ontvangen en meegenomen. Men kent en vertrouwt elkaar en durft bovendien positief kritisch te zijn. Dit is een goede basis om samen te werken en stappen te zetten. Hier zouden andere regionale netwerken zich door kunnen laten inspireren.”

Verzoek om aanpassing WMO
Op de vraag waar Annelize trots op is als het gaat om Veiligheid Voorop antwoordt zij: “Vanuit de praktijk kwamen meermaals problemen naar voren als gevolg van onduidelijkheid rond uitwisseling van informatie door Veilig Thuis met vooral het OM en de Reclassering ; wat mag wel en wat mag niet als het gaat om privacy. Vanuit het Landelijk Netwerk Zorg en Straf is onderzocht wat de juridische basis is. Hier kwam uit naar voren dat informatie-uitwisseling tussen de partijen is toegestaan op basis van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Het bleef echter in de praktijk in verschillende regio’s toch problemen opleveren. Om deze reden is opnieuw gekeken of de WMO wel helder genoeg is op dit punt. Hier zijn diverse gesprekken over gevoerd met betrokken partijen. Inmiddels zitten de Ministeries ver in een traject om de wet aan te passen zodat deze wel de juiste basis geeft voor informatie-uitwisseling. Dit was een flink en intensief traject met alle betrokken partners, maar het gaat helpen in de praktijk en daar doen we het voor!”  

Annelize vervolgt: “Met bijvoorbeeld de gezamenlijke aanpak van huiselijk geweld door Veilig Thuis en ZSM worden mooie stappen gezet. Als dit goed gedaan wordt, betekent dit een wezenlijke verbetering voor de aanpak van huiselijk geweld. Er zijn echter ook nog knelpunten. Naast informatie-uitwisseling is gelijkwaardigheid tussen de verschillende partners een aandachtpunt. Het is essentieel dat informatie en kennis vanuit verschillende hoeken worden samengebracht om zo het optimale eruit te halen.”

Stip op de horizon
Als stip op de horizon voor over, pak ‘m beet vijf jaar, noemt Annelize het doel dat Veiligheid Voorop niet iets tijdelijks is geweest maar echt onderdeel is geworden van het reguliere werk bij de betrokken organisaties. Verder zijn dan hopelijk in alle regio’s goede stappen gezet in het maken van verbinding met gemeenten en het sociaal domein. Tot slot noemt Annelize de nodige koppeling met het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming: Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming | voor Jeugd & Gezin (voordejeugdenhetgezin.nl) . Voor meer informatie: https://vng.nl/artikelen/ontwikkelagenda-veiligheid-voorop