Interview met De Wever over ouderenmishandeling

13 juni 2022
Corina Hemmes: “Ouderenmishandeling gebeurt over het algemeen niet met opzet maar vaak speelt er een onderliggend probleem bij een pleger. Het is belangrijk die reden te achterhalen en een oplossing te zoeken.”
Ouderenmishandeling is (naast Seksueel Geweld) een van de ontwikkelpunten Huiselijk Geweld van de regio Hart van Brabant in 2022.

Wendy Faro is senior verpleegkundige binnen de extramurale zorg van De Wever en houdt zich o.a. bezig met kwaliteit en professionalisering van de zorg. Voor de Wever Thuis is Wendy aandachtfunctionaris voor ouderenmishandeling en ontspoorde zorg.
Corina Hemmes is kwaliteitsadviseur, MIC (Meldingen Incidenten Cliënten) coördinator en aandachtfunctionaris ouderenmishandeling bij De Wever.

Partnermishandeling tussen ouderen

Casemanager en lid expertgroep ouderenmishandeling bij Veilig Thuis Midden-Brabant An de Jong spreekt Wendy en Corina voor dit interview. An vertelt dat bij Veilig Thuis Midden-Brabant de laatste tijd veel aandacht is besteed aan het verschil tussen partnermishandeling tussen ouderen en ouderenmishandeling. Wendy merkt op dat binnen De Wever niet gewerkt wordt met de term partnermishandeling. Er wordt gesproken over ouderenmishandeling en ontspoorde zorg. Wendy: “Partnermishandeling wordt bij ons gezien als een van de verschillende vormen van ouderenmishandeling. Er is inderdaad een wezenlijk verschil tussen ouderenmishandeling en partnermishandeling. Bij partners die al jaren gewend zijn elkaar op een vervelende manier aan te spreken is het soms moeilijk inschatten of er iets gaande is en wat er achter zit.” Corina: “We brengen altijd eerst de signalen in kaart om te kijken of er daadwerkelijk sprake is van ouderenmishandeling.“ Wendy vult aan: “Eigen normen en waarden tellen hier ook in mee. Het is belangrijk om hier als team met elkaar over in gesprek te gaan. Wat de een normaal vindt, is voor de ander niet normaal. Vervolgens wordt het bespreekbaar gemaakt met de betrokkenen.”  

“Op dit moment wordt voorlichting gegeven over ouderenmishandeling aan de MIC (Meldingen Incidenten Cliënten) functionarissen van iedere locatie bij De Wever”, vertelt Corina. “Hoe herken je het en wat doe je vervolgens. We leren deze medewerkers eerst de signaleren in kaart te brengen en daarna in gesprek te gaan met de betrokkenen. Als ze er niet uitkomen kunnen de aandachtfunctionarissen ouderenmishandeling gevraagd worden om mee te denken. Medewerkers die intramuraal werken blijken vaak goed in staat te zijn het gesprek zelf te voeren. Deze MIC functionarissen brengen het onderwerp onder de aandacht binnen de teams.”

Financiële uitbuiting, verwaarlozing en ontspoorde mantelzorg

Op de vraag welk onderdeel van ouderenmishandeling Wendy en Corina het meest tegenkomen antwoordt Corina: “Bij de langdurige zorg in een ouderenzorginstelling komen we financiële uitbuiting en verwaarlozing door familieleden tegen. Bij verwaarlozing moet je bijvoorbeeld denken aan het niet krijgen van nieuw ondergoed of kleding als dit nodig is. Bij de tijdelijke revalidatiezorg krijgen we soms signalen dat een cliënt liever niet terug naar huis wil.” Wendy: “Bij de wijkzorg signaleren we, naast verwaarlozing en financiële uitbuiting, ontspoorde mantelzorg. We zien steeds vaker overbelaste mantelzorgers doordat ouderen langer thuis moeten wonen. Het is belangrijk te kijken naar wat de werkelijke draagkracht van de mantelzorgers is. Aan de andere kant maak je ook mee dat cliënten die een indicatie hebben voor langdurige zorg niet naar een specialistische instelling kunnen omdat familie dit afhoudt.”

Zorgorganisaties slaan alarm

In november 2018 stond in het Brabants Dagblad een groot artikel over ouderenmishandeling met de titel ‘Ouderenmishandeling enorm onderschat probleem, zorgorganisaties slaan alarm’. Ook De Wever was hierbij betrokken. We vragen Wendy en Corina of sinds het verschijnen van dit artikel iets veranderd is. Wendy merkt op: “Er is destijds met Veilig Thuis Midden-Brabant o.a. een scholing georganiseerd over ouderenmishandeling voor alle medewerkers van De Wever in de thuiszorg. Hierdoor is het meer op het netvlies komen staan van medewerkers, wordt er beter gesignaleerd en eerder aan de bel getrokken. De Wever werkt nu samen met Thebe, Veilig Thuis en Gemeente Tilburg op dit onderwerp. De samenwerkingen zijn gelukkig intensiever geworden. Casemanagers dementie komen achter de voordeur en vanuit de dagbestedingen is er meer samenwerking in de wijk. De outreachend casemanagers en de casemanagers van de expertisegroep ouderenmishandeling van Veilig Thuis Midden-Brabant zijn direct benaderbaar voor onze medewerkers om te overleggen in een casus. We sturen erop dat onze medewerkers er vroegtijdig een expert bij halen.” Corina: “Binnen de langdurige intramurale zorg kunnen we het vaak zelf oplossen en afspraken maken. Bij kortdurende intramurale zorg en de thuiszorg wordt meer samengewerkt met Veilig Thuis en de huisarts, zij moeten de signalen van de mensen die bij ons weg gaan namelijk kunnen blijven volgen.”  

Veilig Thuis Midden-Brabant ziet, ondanks de aandacht voor signaleren en melden, geen grote toename van het aantal meldingen en adviesvragen op dit thema. Wendy: “Het komt waarschijnlijk veel vaker voor dan we weten. Het wordt niet altijd gesignaleerd en na signalering komt het ook voor dat er niks mee wordt gedaan. Dit is schokkend.” Corina: “Ik benoem dit ook altijd in de voorlichtingen die ik geef; het komt ook op jouw afdeling vaker voor dan je denkt.”  

Ontspoorde zorg door zorgmedewerkers

Naast ontspoorde mantelzorg komt ontspoorde zorg door een zorgmedewerker helaas ook voor. Medewerkers zien collega’s soms te hardhandig omgaan met ouderen. Corina herkent dit: “Ik ben laatst benaderd door een medewerker die een signaal van medewerkers op een afdeling kreeg dat er wel hardhandig met bewoners om werd gegaan. De medewerkers vonden het moeilijk om collega’s hier op aan te spreken. Ik heb deze medewerker handvatten kunnen geven om met de collega’s in gesprek te gaan.” Wendy: “In de wijk is de controle er niet vanuit collega’s en zijn we afhankelijk van wat de cliënt of mantelzorger aangeeft. Gelukkig is er nu meer aandacht voor onbegrepen gedrag van cliënten en hoe hiermee om te gaan. Cliënten die voorheen in de psychiatrie of een instelling voor mensen met een verstandelijke beperkingen woonden, zien we nu in de wijk. We moeten de medewerkers daarom meer kennis bijbrengen over verschillende ziektebeelden.”

Afhankelijkheidsrelatie

Meldingen vanuit burgers bij Veilig Thuis Midden-Brabant over ouderenmishandeling gaan in de meeste gevallen over financiële uitbuiting; bijvoorbeeld familieleden die een broer of zus verdenken. Dit is een ingewikkelde materie. Ouderen zijn vaak bang dat ze geen bezoek meer krijgen als ze geen geld meer geven. Wendy beaamt: “Dit is inderdaad zo in een afhankelijkheidsrelatie. Het is droevig om hier in de laatste fase van je leven mee geconfronteerd te worden. De wijkverpleegkundige ziet wel de blauwe plekken bij een cliënt maar niet zo snel of er sprake is van financiële uitbuiting of geestelijke mishandeling. We kunnen veel leren van elkaar door samen casuïstiek te bespreken. Soms zitten we nog teveel op ons eigen eilandje.” Corina: “Zorgmedewerkers moeten durven zien wat er gebeurt maar zijn soms bang om het te zien want dan moeten ze er ook iets mee. Breng de signalen in kaart en start de Meldcode op. Een van de stappen hierbij is advies vragen aan Veilig Thuis, er hoeft dus niet altijd gelijk een melding te worden gedaan. Onze medewerkers hebben allemaal de app van de Meldcode op hun werktelefoon.”

“Mijn persoonlijke drijfveer is dat ik vind dat iedereen recht heeft op een veilige plek”, vervolgt Corina. “Ouderenmishandeling gebeurt over het algemeen niet met opzet maar vaak speelt er een onderliggend probleem bij een pleger. Het is van belang die reden te achterhalen en samen een oplossing te zoeken. Denk aan overbelasting, onwetendheid, eigen psychische problemen, financiële problemen, enz.” Wendy: “Je moet breder kijken dan de eerste vraag die gesteld wordt; de vraag achter de vraag. Bewustwording creëren bij collega’s en het taboe doorbreken. Het is absoluut geen makkelijk onderwerp.” Corina: “Een onderwerp dat op een veilige en integere manier besproken moet worden, met elkaar, met het slachtoffer en met de pleger.
Het houdt niet op totdat jij iets doet!”