De vijf vragen aan…. Annefien (Reclassering Tilburg) en Aaron (Veilig Thuis Midden-Brabant)

Waar hebben jullie elkaar ontmoet?
Aaron: “We hebben elkaar  afgelopen jaar voor het eerst ontmoet tijdens een overleg van de AWARE commissie bij Sterk Huis.” Annefien: “Sindsdien treffen we elkaar voornamelijk in overleggen omtrent het slachtofferdevice, wanneer in een casus gevraagd wordt om een advies uit te brengen over het al dan niet inzetten van dit veiligheidsmiddel.”

Wat doen jullie samen? Aan welke projecten werken jullie samen?
Annefien vertelt dat de Reclassering, evenals Veilig Thuis, onderdeel uitmaakt van de AWARE commissie en er ook wordt samengewerkt in de Pilot Slachtofferdevice. Aaron: “Een Aware is een alarmknop die wordt ingezet bij onder andere stalking, eergerelateerd geweld of bedreigingen die voortkomen uit geweld door een ex-partner. Als het slachtoffer de noodknop van het systeem indrukt, staat hij/zij in directe verbinding met de politie middels GPS, die vervolgens onmiddellijk in actie kan komen. Als een AWARE wordt aangevraagd, beoordeelt de commissie of deze wordt toegekend. Politie, Sterk Huis en het lokale wijkteam zijn ook onderdeel van de commissie.”

Annefien: “In juni 2024 is de pilot Slachtofferdevice gestart in de regio Tilburg. Het slachtofferdevice kan worden ingezet als er sprake is van een strafrechtelijk traject en er een hoog risico is op geweldsincidenten. De rechter kan dit bij een uitspraak in de bijzondere voorwaarden opnemen ter bescherming van een slachtoffer van ernstige stalking en huiselijk geweld. In dergelijke zaken vraagt de rechtbank ons om hierover een advies uit te brengen, waarbij wij middels een Multi Disciplinair Overleg met Veilig Thuis, politie en Sterk Huis tot een advies komen. Bij een slachtofferdevice is er altijd sprake van een contact- en locatieverbod en elektronische monitoring van pleger. Het slachtofferdevice is een soort sleutelhanger met noodknop die het slachtoffer draagt en is gekoppeld aan de elektronische enkelband van de pleger. Hiermee wordt de afstand tussen beiden gemonitord en ontvangen wij direct een signaal als beiden bij elkaar in de buurt zijn en/of het locatieverbod wordt overtreden. Op zo’n moment kunnen wij direct contact leggen met het slachtoffer en de politie als dit nodig is. Zo hebben we een keer een casus gehad waarbij we een melding kregen van een overtreding van een gebiedsverbod. We hebben toen direct het slachtoffer geïnformeerd en de politie ingeschakeld waarna de pleger binnen acht minuten is aangehouden. Naast dit toezicht is de begeleiding van zowel pleger als slachtoffer een belangrijk onderdeel. Vanuit de Reclassering begeleiden wij de pleger en Sterk Huis biedt begeleiding aan het slachtoffer.”

Wat maakt jullie samenwerking succesvol?
Aaron en Annefien zijn het met elkaar eens dat de samenwerking vooral succesvol is doordat er korte lijnen zijn. Annefien: “De kracht is dat er snel met elkaar geschakeld kan worden en hierdoor op zeer korte termijn overleg kan plaatsvinden over een casus. Zo kunnen we snel tot een besluit komen.” Aaron vult aan: “Ook dat iedereen vanuit zijn eigen organisatie een visie vormt op een casus en er met al deze informatie tot een gezamenlijk besluit gekomen wordt.”

Wat zijn hierin de sterkste punten van de ander?
Annefien vertelt: “Wat mij direct opviel is dat Aaron zichzelf goed voorbereidt. Hij heeft een kritische blik en durft tegen de koers in te gaan. Dat waardeer ik.” Aaron: “Je merkt dat Annefien gericht is op een goede samenwerking en het hebben van korte lijnen. Annefien is altijd bereikbaar om snel te kunnen overleggen en is inhoudelijk goed op de hoogte. Ze weet zichzelf en anderen goed te positioneren.”

Waar denken jullie dat er kansen liggen voor verdere samenwerkingen tussen jullie?
Aaron vertelt: “De samenwerking rondom de AWARE verloopt soepel. Bij het slachtofferdevice merken we dat het zich nog in de pilotfase begeeft. We zijn hierin nog groeiende en het is belangrijk dat we evalueren.” Annefien: “Vooral evalueren op wat er is gedaan en wat we de volgende keer anders kunnen doen. Het is belangrijk dat we als samenwerkingspartners transparant naar elkaar blijven om zo de samenwerking te optimaliseren.”