15 juni 2023; Dag tegen Ouderenmishandeling
14 juni 2023
Op donderdag 15 juni 2023 is Dag tegen Ouderenmishandeling. Lees hieronder een casus ouderenmishandeling uit de dagelijkse praktijk van Veilig Thuis Midden-Brabant:
De huisarts meldt bij Veilig Thuis (VT) dat hij zich zorgen maakt over een 90-jarige man en zijn 83-jarige echtgenote.
Mevrouw is dementerend, meneer is haar mantelzorger. Meneer heeft cognitieve stoornissen, drinkt 2 liter jenever per week, draait de slaapkamerdeur op slot om zijn echtgenote te weren, schopt en slaat tegen het meubilair, is verbaal dreigend en heeft fysieke problemen.

Het gedrag van meneer wordt extremer, alle hulpverlening wordt afgehouden. De dementieconsulent is betrokken. Het echtpaar heeft een eigen woning. De kinderen helpen met de boodschappen, doktersbezoeken, administratie, etc. Het echtpaar gaat dagelijks met de auto naar een horecagelegenheid om een kop soep te eten. Verder gebruiken ze geen warme maaltijd. Tafeltje dekje wordt geweigerd.
Het echtpaar heeft een WLZ indicatie en stond ingeschreven bij een woonzorgcomplex. Ze hebben tweemaal een appartement geweigerd en stonden daarna niet meer op de wachtlijst. Onlangs heeft de zoon zijn ouders opnieuw ingeschreven. Mevrouw gaat graag de deur uit. Ze zou naar de dagopvang kunnen. Meneer wil dit absoluut niet. Hij wil thuis blijven, zijn vrouw bij zich houden. Volgens meneer vormen ze samen een team.
De zorgen zijn groot, VT vraagt zich af of meneer overbelast is. In het triagebesluit wordt besloten dat VT de melding oppakt en in gesprek gaat met (direct)betrokkenen en informanten. De eerste keer mag VT, nadat er een afspraak is gemaakt, niet binnen komen omdat beiden zich niet kunnen herinneren dat ze een afspraak hebben. De tweede keer lukt het wel.
VT heeft met zoon en dochter afgesproken dat zij halverwege het gesprek aansluiten. Met twinkelende ogen vertelt het echtpaar hun levensverhaal. Verder vertelt meneer dat er een pedicure komt en iemand om het huis schoon te maken. De rest doen ze zelf, vertelt hij trots. Ze slapen op de begane grond omdat mevrouw onlangs twee keer van de trap is gevallen. Meneer heeft geen kunstgebit in, hij heeft geen idee waar dat gebleven is. Tijdens het gesprek doet hij zijn gehoorapparaat uit, de batterijen zouden niet meer werken. Hij kan mevrouw nauwelijks verstaan. Dit kan zorgen voor een onveilige situatie, mocht mevrouw in nood komen. Meneer vertelt dat hij nog auto rijdt, soms om ergens koffie te drinken of een hapje te eten. Binnenkort moet hij gekeurd worden. Hij gaat er vanuit dat dit geen problemen gaat geven.
Halverwege het gesprek komen zoon en dochter binnen. De rol van mantelzorger voor de ouders gaat ze nog niet vanzelfsprekend af. Van zoon en dochter wordt verwacht dat zij verantwoordelijkheden nemen die zwaar en ingrijpend zijn. Dit voelt voor hen ongemakkelijk aan. VT maakt over de veiligheid in huis afspraken met zoon en dochter in bijzijn van de ouders. Zo gaan zoon en dochter thuisbegeleiding regelen. Zolang er nog geen thuisbegeleiding is, gaan zoon en dochter iedere dag bij hun ouders langs. Zo kunnen ze bijvoorbeeld in de gaten houden of ouders nog veilig kunnen omgaan met het gasfornuis, of ze regelmatig douchen en of mevrouw niet alleen de straat op gaat. Meneer en mevrouw krijgen warme maaltijden aan huis bezorgd. Als er een appartement vrij komt, gaan zoon en dochter niet mee in de weigering van ouders. Zoon en dochter gaan samen kijken met de dementieconsulent welke hulp ze kunnen inkopen nu er een WLZ indicatie ligt.
VT maakt ook afspraken met de dementieconsulent. Zo gaat de frequentie van de huisbezoeken omhoog. Bij het woonzorgcomplex wordt geïnformeerd wat de stand van zaken is en wat de mogelijkheden zijn om meneer en mevrouw versneld te laten opnemen.
De dementieconsulent laat drie weken later aan VT weten dat zoon en dochter actief bezig zijn meneer en mevrouw in een woon-zorgcomplex te krijgen. Meneer en mevrouw gaan akkoord met de verhuizing. De agressie is gestopt. Het alcoholgebruik van meneer is in beeld bij de zoon en dochter. Zij komen dagelijks langs en helpen mee waar het nodig is. De dementieconsulent is samen met de zoon en dochter bezig passende zorg uit te zetten zodat meneer ontlast wordt in de zorg voor zijn vrouw, ook als ze verhuisd zijn. VT heeft contact met de huisarts gehad en de stand van zaken doorgegeven. VT geeft aan dat er sprake is van een directe veiligheid en over een stabiele veiligheid zijn afspraken gemaakt. Hulpverlening is ingezet en het zicht op veiligheid is overgedragen aan de huisarts en de dementieconsulent. De huisarts deelt de mening van VT om het dossier te sluiten. De dementieconsulent blijft monitoren tot dat het echtpaar naar het woon-zorgcomplex is verhuisd.
Zes weken later is er een appartement in het woon-zorgcomplex vrijgekomen. Meneer en mevrouw wilden in eerste instantie weigeren, maar na bezichtiging met zoon en dochter gaan ze akkoord.